Noord-Brabant grenst in het noorden aan de Nederlandse provincies Zuid-Holland en Gelderland, in het westen aan Zeeland, in het oosten aan Limburg, en in het zuiden aan de Belgische provincies Antwerpen en Limburg. Behalve Gelderland heeft geen andere Nederlandse provincie zoveel ‘buren’. Noord-Brabant is dan ook een grote provincie (na Gelderland de grootste) en zij bezit logistiek een belangrijke, ook grensoverschrijdende doorgangsfunctie, zowel naar het zuiden als naar het oosten.
Noord-Brabant is in sterke mate verstedelijkt, maar de bevolkingsdichtheid (491/km2) is vrijwel precies het landelijk gemiddelde (484/km2). De verstedelijking is over de hele provincie van west tot oost opvallend gelijkmatig verdeeld. Toch heeft de provincie haar landschappelijke waarden goed bewaard. Natuurschoon vindt men vooral in de nationale parken Loonse en Drunense Duinen en De Biesbosch, in het vennengebied Kampina bij Oisterwijk, het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, en in de bosrijke omgeving van Breda.
Evenals het grootste deel van Nederland is Noord-Brabant relatief vlak en bestaat uit dekzandgebieden, doorsneden door beekdalen. In het noorden vinden we de rivierkleigebieden en in het noordwesten vinden we nog restanten van het vroegere Hollandveen. De grote hoeveelheden woeste gronden (heidevelden en stuifzanden) uit het verleden zijn grotendeels in cultuur gebracht, bijvoorbeeld door bebossing. Enkele stuifzand- en heidegebieden zijn bewaard gebleven, zoals in het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen en de Kampina. In het oosten van de provincie vinden we enkele hoogveenrestanten in de verschillende reservaten van de Peel. De grens van de provincie wordt in het noorden gevormd door de rivier de Maas. De Maas loopt uit in de Maasdelta en vormt daar het Nationaal Park De Biesbosch.
Noord-Brabant kent een netwerk van spoorlijnen en autosnelwegen. Noord-Brabant ligt op de doorvoerroute vanuit de havens van Antwerpen en Rotterdam naar het Ruhrgebied. Er zijn zowel spoorverbindingen als autosnelwegen die van west naar oost gaan. De verwachting is dat wanneer de Betuweroute in gebruik genomen wordt, dat dan minder goederentreinen over Brabants grondgebied zullen rijden.
Vanwege de verbindingsmogelijkheid met Antwerpen werd als eerste Brabantse stad Roosendaal aangesloten op het spoornet. Station Roosendaal werd in 1854 in gebruik genomen, toen de spoorlijn Antwerpen – Lage Zwaluwe in gebruik werd genomen. Later werd Bergen op Zoom aangesloten op Roosendaal en vervolgens werd het gebied in Oost Brabant in het spoornet opgenomen.
De belangrijkste oost-west-verbinding op het spoor is de spoorlijn tussen Eindhoven en Breda, waarover onder andere de Intercity van Station Venlo naar Den Haag rijdt. Tevens is er in Oost-Brabant een belangrijke noord-zuidverbinding. Dit is de Spoorlijn Utrecht – Boxtel waarover de treinen van Eindhoven naar Schiphol en de Intercity’s van Alkmaar naar Maastricht/Heerlen rijden. Vanaf Tilburg is er ook nog een verbinding met Nijmegen.
Er waren ook nog andere spoorlijnen die thans zijn afgebroken. Zo was er de Spoorlijn Lage Zwaluwe – ‘s-Hertogenbosch, ook wel Halve Zolenlijntje genoemd, omdat deze spoorlijn maar enkelsporig was aangelegd en omdat hij in de Langstraat lag, de streek van de schoenenindustrie.
Het Duits Lijntje liep van Station Boxtel naar Wesel. Een gedeelte van deze spoorlijn ligt er nog, maar vanaf het Emplacement Veghel is de spoorlijn opgebroken. Er zijn wel studies om de spoorlijn tot Veghel of Uden weer in gebruik te nemen. Nog voor de zomermaanden wil de provincie de knoop doorhakken of het tracé daadwerkelijk terug zal komen. Dit alles heeft te maken met het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). Momenteel zijn er 11 belangstellenen die met het tracé te maken willen hebben. Enkel is het de vraag of er een trein of lightrail komt te rijden. Wordt het een trein zullen alleen de stations ‘s-Hertogenbosch, Boxtel, Schijndel ( Nieuw ), Veghel ( Nieuw ) en Uden ( Nieuw ) aan bod komen, wordt het een lightrail zal Eerde ook een station krijgen, net zoals Liempde, maar ook Uden en Veghel krijgen meer stations er bij. Dit worden dan haltes, in plaats van stations. Het Duits Lijntje werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor de deportatie van de Joden vanuit Kamp Vught.
Het Bels Lijntje, de spoorlijn van Tilburg naar Turnhout is ook reeds opgebroken. Het tracé is wel gedeeltelijk in het landschap zichtbaar. Momenteel is er op gedeelten van het tracé een fietspad aangelegd.
De spoorlijn van Eindhoven naar Station Winterslag is ook reeds afgebroken.
Zodra de Hogesnelheidslijn Schiphol – Antwerpen in gebruik genomen zal worden, zal Station Roosendaal zijn belangrijke functie als grensstation voor een deel verliezen en neemt Breda deze functie over. Momenteel oefent Thalys al met het nieuwe traject, alleen door technische gebreken mag er nog niet gereden worden. Camiel Eurlings denkt dat er vanaf oktober al treinen kunnen rijden op het nieuwe tracé ( Breda – Rotterdam – Amsterdam ), echter wordt er vanuit gegaan dat pas in december 2008 de treinen volledig gaan rijden, zodat ook Antwerpen, Antwerpse Kempen, Brussel en Den Haag worden aangesloten op de HSL.
Sinds december 2007 is er een nachttrein vanuit diverse stations in Noord-Brabant met de Randstad.